david-en-nicole.reismee.nl

Laatste halte: Egypte

Sinds gisteren zijn we in Dahab, Egypte. Het is hier enorm ontspannen. Even bijkomen van het reizen. Vandaag hebben we onze eerste duik gemaakt. In de planning staat nog een duik waarbij een deel van de reis met kameel afgelegd moet worden. Overmorgen duiken we naar de 'Thistlegorm', een schip dat is gezonken in de Tweede Wereldoorlog. De tanks schijnen nog op het dek te staan. We zijn benieuwd.

Daarna naar Cairo voor een paar dagen.

Vaders en moeders: geen reden om ongerust te zijn als we geen verhalen of foto's meer plaatsen. De rest vertellen we thuis...

Israel: Tel Aviv en Jeruzalem

Enigszins zenuwachtig kwamen we aan bij de grens van Israel. We hadden al begrepen dat onze paspoortstempels van Libanon en Syrie voor vragen zouden zorgen. Nicole doet vrolijk uit de doeken waar we zijn geweest en krijgt onmiddellijk een visum. David krijgt echter een 'standard security check'. Dat houdt in: vragen, wachten, vragen en...weer wachten. Zo wilde men onder andere al Davids mobiele nummers weten, e-mailadres en de voornaam van zijn opa van vaders kant (waarom?). Na geduldig wachten kwamen we er opeens toch doorheen.

Bus gepakt naar Tel Aviv. Wat een relaxte stad. We zaten vlakbij het strand. Verder waren er allerlei barretjes en restaurants rondom ons hotel. Doordat we toch op ons Egyptische visum moesten wachten, hebben we het er maar van genomen.

Hierna: Jeruzalem. Een iets minder relaxte stad. De oude stad is wel mooi met al zijn oude steegjes en trappen. Het heeft wel wat weg van een bijbels openlucht-museum. We hebben bijvoorbeeld over de weg gelopen die Jezus heeft afgelegd met het kruis. We zijn in de kerk geweest waar zijn kruiziging plaats heeft gevonden en waar hij vervolgens gewassen zou zijn en begraven. Elk deel staat uiteraard vol met gelovigen die de betreffende plek even willen aanraken.

In Jeruzalem is echter de militaire aanwezigheid duidelijk merkbaar. Helaas was ook de Tempelberg afgesloten voor toeristen. Jammer. Morgen op weg naar Egypte.

Petra

Vrijdagmiddag hebben we Petra bekeken, de stad van de Nabateeers uitgehakt uit de rotsen. We werden wat ontmoedigd door de enorme toeristenstroom maar het bleek de moeite waard.

Na ruim een kwartier lopen door een kloof (de siq) kwamen we aan bij het plaatje dat je in alle toeristenfolders ziet: de 'Treasury'. Eigenlijk is het een graftombe en heeft het niets met schatten te maken. Onze inschatting dat je het met een paar uurtjes wel gezien zou hebben, klopte niet. Het is gigantisch groot. We hebben het advies van wat medereizigers opgevolgd en zijn de volgende ochtend om 6 uur naar binnen gegaan. Wij en drie andere toeristen waren toen de enigen daar.

We hadden ons wel iets vergist in de afstanden. 'Even naar de 'monastery'' bleek een klim van drie kwartier.

Het was alleen erg heet (ruim veertig graden). 's Middags even in het hotel geluncht en toen weer op pad. David is de trap op gekommmen richting een 'high altar'. Nicole vond het vanwege de hitte wel even best en heeft de 'begane grond' nader bekeken. Toen David boven aankwam was het uitzicht spectaculair. Een Bedoeine-jongetje die daar zijn waar verkocht kwam erbij zitten. Samen hebben ze thee gedronken en van het uitzicht genoten.

Daarna zijn we (David en Nicole, niet het jongetje) doorgereden naar Aqaba. Aqaba was niet koeler dan Petra en een beetje een fantasieloos stadje. De volgende ochtend (zondag) zijn we richting Israel gegaan.

BBtJ, Dode Zee en Karak

Gisteren zijn we begonnen in Bethany Beyond the Jordan, de plaats waar Jezus door Johannes de Doper is gedoopt. Leuk om te zien, vooral ook omdat de rivier op die plek maar enkele meters breed is en je de Israelische zijde goed kunt zien. Overigens werd ons verteld dat we doodgeschoten zouden worden indien we zouden proberen om naar de Israelische zijde te zwemmen (en niet door de Jordanese wachters). Het was er overigens bloedheet: 41 graden om 11 uur 's ochtends.

Gelukkig was het daarna tijd om richting de Dode Zee te gaan. We hebben het onszelf maar eens fijn comfortabel gemaakt en zijn naar het mooiste resort gegaan. Naast toegang tot de Dode Zee en het daarbij behorende kiezelstrand hadden we een parasol, handdoeken, ligbedden en een tweetal zwembaden (en natuurlijk een aantal bars) tot onze beschikking. We hebben er (ook omdat het zo enorm warm was) een flink aantal uren doorgebracht. Drijven in de Dode Zee is echt iets aparts: je ligt naar verhouding heel hoog in het water. Schoolslag zwemmen is dan ook bijna niet te doen omdat je benen boven het water uitkomen. Het is ook heel geinig om jezelf met modder onder te smeren, alhoewel we de werking ervan een beetje betwijfelen.

's avonds zijn we richting Karak gereden met de auto. Vanochtend hebben we het kasteel van Karak (kruisvaardersburcht) bekeken en daarna zijn we naar Wadi Musa gereden en hebben we net voor zonsondergang nog even een preview van Petra gekregen waar we morgenochtend weer heen gaan.

Jordanie: Amman, Jerash, Mount Nebo

Jordanie is duidelijk wat meer westers dan Syrie en toeristischer danLibanon. Maar ook in Jordanie isde Arabische gastvrijheid duidelijk merkbaar.

Op ons gemak hebben we Amman (maandag?) een beetje bekeken. Er is een citadel met Romeinse resten en verderop een Romeinse odeon en amphitheater dat vrij goed bewaard is gebleven. Omdat we al vrij veel Romeinse resten hebben gezien is dit een aardige aanvulling maar ook weer niet spectaculair. 's Avonds op een terras met een waterpijp beetje mensen gekeken.

De volgende dag hebben we een auto gehuurd. Het wegrijden in Amman was gelijk een vuurdoop. Het verkeer is een gekkenhuis. Als rijstroken al zichtbaar zijn, wordt daar 'flexibel' mee omgegaan. Bovendien kan iedere auto elk moment stoppen, parkeren of afslaan zonder enige waarschuwing. En met parkeren bedoelen we dan ook: op de weg. We proberen zoveel mogelijk afstand te houden uit zelfbescherming. Gelukkig is het verkeer buiten Amman al een stuk beter en hoeven we niet meer naardie stad terug.

Na Amman naar Jerash gegaan. We waren de enige gasten in het hotel dus we kregen extreme service (het aspect waar het hotel op dit moment op focust, aldus de manager). In Jerash is men bezig met het opgraven en restaureren van een oude Romeinse stad. Het centrale plein (groot!!) en een deel van de wegen zijn nog goed in tact. Het is heel gaaf om de karrensporen van die tijd nog in de straatstenen te zien.

Nu zijn we in Madaba. Hier hebben we er een relaxdagje van gemaakt. Het enige uitstapje van de dag was naar Mount Nebo (het enige uitstapje dat ergens toe geleid heeft althans, we hebben nog uren gezocht naar de 'hot springs' maar die waren niet vindbaar). Volgens de bijbel heeft God hier aan Mozes het beloofde land laten zien en is Mozes hier gestorven. Ons uitzicht was blijkbaar iets minder dan in zijn tijd want wij hebben Israel en de Dode Zee niet gezien...

Morgen een fijn dagje aan de dode zee!

Libanon: Baalbek en Beirut

Samen met Kevin (USA), die ook in ons hotel bij Crac des Chevaliers verbleef, zijn we perservicetaxinaar Baalbek, in Libanon, gereden. Ook hieroverblijfselen uit de Romeinse tijd. De site isniet eens zo groot, maar de 'kleine tempel' blijkt echter al gigantisch te zijn. Van de 'grote' staan alleen de pilaren en het fundament nog, de tempel van Bacchus (de kleine tempel)is nog bijna in tact.

Baalbek blijkt wel midden in 'Hezbollah-country' (Beeka vallei)te liggen. Overal wapperenvlaggen en Hezbollah lijkt bijna wel hip te zijn wantt-shirts met het logo worden verkocht zoalsin Parijs t-shirts met de Eiffeltoren.

Na Baalbek zijn we doorgereden naarBeirut. We hadden (zoals tot nu toe steeds) niets gereserveerd in de veronderstelling dat toch niemand naar Beirut gaat. Vergissing. De vier hotels die we konden vinden zatenallemaal vol. Net toen we het benauwd begonnen te krijgen toch een kamer gevondenin een redelijk (lees: de onderkant vanhet begrip redelijk)hotel.

Beirut is tegenstrijdig. Er zijn nog duidelijk sporen van het onrustige verleden, zoals de kapot geschoten Holiday-Inn en verlaten flats (vol met kogelgaten en af en toe gordijnen die door de kozijnen naar buiten hangen). Aan de andere kant is de boulevard langs de zee heel relaxed en gezellig. Het duurt daarom even om te wennen maar Beirut blijkt best wel een leuke, levendige en extravertestad te zijn. Zaterdagzijn we uitgegaan in Achrafiye,het christelijke deel. We vallen met onze neuzen in de boter want op het centrale plein is een break-dance wedstrijd aan de gang. Spectaculair, met tussendoor nog optredens van plaatselijkerap-artiesten. Daarna enorm lekkere cocktails gedronken (Gin basil slam, hemels!) in een aantal bars en in een club. We waren wat verbaasd dat we euro 7,50 konden aftikken per biertje in de club, maargoed we hadden wel de beste zitplaatsen.

Het navigeren door Beirut bleekwel lastig: de straatnamen in de Lonely Planet bleken niet meer te kloppen (of de inwoners hebben zelf andere namen verzonnen, niet helemaal duidelijk).

Vandaag hebben de servicetaxi genomen naar Amman. We vondenhet enormgrappig dat je vanuit Beirut een taxi kan nemen die door Syrie naar Jordanie gaat. Door al die landsgrenzen duurde het wel lang (en moesten we voor 1,5 uur aanwezigheid in Syrie een transit visum kopen). Tijdens de taxiritenorm gezelliggekletst met deJordaanse medepassagier en chauffeur.

Gaar maar veilig aangekomen in Amman, alwaar we vannacht maar eens vroeg het bed in duiken...

Crac des Chevaliers

Volgens plan ge(mini)bust naar Crac des Chevaliers. Dat was ons zonder hulpvan een aardige Syrier trouwens nooit gelukt: het hele pleinstondvolmet minibussen en bordjes in het Arabisch.

Toen we bij Crac aankwamenliep een medepassagier met ons mee naar ons hotel (hij moest een hele andere kant op). Toen we hem later op de dag toevallig nog een keer tegenkwamen wilde hij weten of alles gelukt was. Hij bood gelijk zijn mobiele nummer aan voor als we nog iets nodig hadden of vragen hadden. Tot nu toe is iedereen zo bizar vriendelijk.

Vanuit ons hotel haddenwe schitterend uitzicht op het kasteel. Crac is dan ook het kasteel der kastelen. Het is gigantisch. Je kan vrijwel overin in, op of doorheen, inclusief onverlichte ondergrondse gangen. Vanaf de torens heb je bovendien een gaaf uitzicht over de vallei en het nabijgelegen stadje.

's Avonds met wat (s)toeristen nageborreld op het terras. Men is heel positief over Libanon. Na navraag gedaan te hebben bij de ambassade blijkt het veilig te zijn mits je niet van de toeristische routes afwijkt. Daarop besloten wespontaan de volgende dagnaar Baalbek en Beirutte gaan.

Van Aleppo naar Hama

Gisteren zijn we aangekomenin Hama, de stad van de noria's (waterwielen). De noria's (die overigens een heel gaaf krakend geluid maken als ze draaien) heb je snel gezien maar het is een goede uitvalsbasis om de omgeving te zien.

Vandaag zijn we, naast wat musea (met enorm mooie mozaiekvloeren), naar twee 'dead cities' gegaan. Dat zijn steden uit +/- de 3e eeuw die verlaten zijn nadat de handelsroutes veranderden. Bij de ingang van de stad stonden door grafrovers opengeschoven sarcofagen. Verder waren met name de herberg, het badhuis en een soort landhuis nog in vrij goede staat. Erg leuk om te zien, vooral omdat je je een voorstelling kan maken van hoe het er destijds uitgezien moet hebben.

Ook hebben we vandaag rondgewandeld inApamea. Dit is een kleinere uitvoering van Palmyra. Dat wil zeggen: Romeinse ruines. Hoewel het kleiner was, waren er in Apamea en in de dead cities heel weinig medetoeristen. Prima om daar op je gemak rond te dwalen. Het heeft helaas nog niet gevroren maar - zoals heel terecht opgemerkt door Corinne - met factor 50 en goed afgeschermd van de zon door allerlei kleding is het nette doen :-).

Morgen vroeg op en naar Crac des Chevaliers, de burcht van (o.a.)Richard Leeuwenhart.